De Amerikaanse aandelenmarkten lieten maandag bescheiden winsten zien. Vooral wapenfabrikanten waren in trek, mede dankzij een grote defensiedeal die president Donald Trump afgelopen weekeinde sloot tijdens zijn bezoek aan Saudi-Arabië.
De toonaangevende Dow-Jonesindex sloot 0,4 procent hoger op 20.894,83 punten. De bredere S&P 500 eindigde 0,5 procent in de plus op 2394,02 punten. De technologiegraadmeter Nasdaq steeg 0,8 procent tot 6133,62 punten.
Vliegtuigbouwer Boeing was met een winst van 1,6 procent de sterkste stijger bij de hoofdfondsen. Industriereus 3M, die veel omzet behaalt met de verkoop van bijvoorbeeld beschermende kleding voor militairen, steeg 1,4 procent.
Amerikaanse defensieconcerns mogen hopen op flinke orders uit Saudi-Arabië. Het land wil voor minstens 110 miljard dollar aan wapens en ander defensiematerieel kopen. Afgezien van de al genoemde hoofdfondsen won Lockheed Martin 1,5 procent en General Dynamics 1 procent.
Wapendeal
Met de grote wapendeal kan Trump mogelijk de aandacht afleiden van het tumult rond zijn persoon in eigen land. Vorige week raakte de president in opspraak door een aantal pijnlijke uitglijders. Dat had ook zijn weerslag op de financiële markten, waar de afgelopen maanden reikhalzend was uitgekeken naar het voor bedrjven gunstige beleid dat hij had aangekondigd.
Eveneens gewild onder de hoofdfondsen was Cisco Systems. De producent van netwerkapparatuur, die vorige week nog hard onderuit ging na een kwartaalbericht met tegenvallende vooruitzichten, werd 1,2 procent meer waard. Ook andere techreuzen als Microsoft en Intel boekten winsten boven de 1 procent.
Ford Motor
Autoconcern Ford Motor (plus 2,1 procent) heeft topman Mark Fields met vervroegd pensioen gestuurd. Hij wordt opgevolgd door Jim Hackett, die eerder aan het hoofd stond van het onderdeel Ford Smart Mobility. Chemieconcern Huntsman (min 2,1 procent) kondigde een fusie aan met de Zwitserse branchegenoot Clariant.
De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 0,8 procent tot 50,73 dollar per vat. Brentolie werd 0,3 procent duurder en kostte 53,79 dollar per vat. De euro was 1,1240 dollar waard, tegen 1,1230 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag.